Beschrijving
Wanneer krijgt een stadsbuurt weer glans na een mindere periode? Valt de ontwikkeling van een wijk te sturen of kunnen gemeenten en woningcorporaties bepaalde zaken beter aan bewoners zelf overlaten? En verloopt het proces van revitalisering volgens een vast patroon of iedere keer anders? De veerkracht van wijken gaat over de leefbaarheid van buurten. Een onderwerp dat al jaren hoog op de agenda staat van politiek, bestuur en beleid. In dit boek schetst de auteur de geschiedenis van drie wijken. De auteur beschrijft hun hoogte- en dieptepunten – en de tekenen van herstel. Zij richt de schijnwerper niet op de krachtwijken, maar op wijken in Den Haag, Nijmegen en Utrecht die in de lift lijken te zitten.
Hoe hebben zij dat voor elkaar gekregen en heeft hun revival iets te maken met hun historische karakter? Miriam van de Kamp sprak daarover met stedelijke professionals, en met gevestigde en nieuwe bewoners. Wat hebben overheden, woningcorporaties, maar ook wijkorganisaties en actieve bewoners gedaan om het wonen in buurten te veraangenamen? Dit boek biedt geen recept voor het herstel van een buurt. Wel heeft de auteur patronen en factoren in kaart gebracht die bepalend zijn voor de revitalisering van wijken. Wat betekenen sloop, renovatie en nieuwbouw op de korte, maar ook op de lange termijn voor de reputatie van een buurt? Lukt het gevestigde bewoners om zich thuis te voelen in een sterk veranderde wijk? Ligt dat anders in Den Haag dan in Nijmegen of Utrecht? De veerkracht van wijken is een fascinerende zoektocht naar het geheim van een goede wijk. Miriam van de Kamp (1980) houdt zich als cultuursocioloog al jaren bezig met stedelijke vraagstukken. Zij schreef -De veerkracht van wijken- als onderzoeker bij het Centre for Modern Urban Studies aan de Haagse Campus (Universiteit Leiden).